dinsdag 1 mei 2018

ik wilde alleen maar....



Vorige week had ik even telefonisch contact met de longconsulente. Ik merk dat mijn
longen langzaam maar zeker weer auditie aan het houden zijn voor een fijn philharmonisch orkest.
Ik wilde alleen maar even vragen of het akkoord was als ik een dosis extra van mijn inhalator mocht gebruiken. Het werd nogal serieus opgevat. Zou u voor ons een verslagje kunnen schrijven? Ja dat kon ik wel. En dan opsturen naar… Ehm...tsja...naar waar ook al weer, zo bedacht ik mij vanmorgen.
Dus belde ik vanmorgen alleen maar om te vragen waar het verslag naar toe moet. Andere stem, andere consulente. Ik kijk het even voor u na mevrouw, gaat het inmiddels al wat beter met u? Nou, niet echt, ik merk dat ik per dag weer meer ga piepen – dat staat ook in mijn verslag. Oh, maar dan raadpleeg ik liever even de arts. Ik bel u zo terug.

Ik werd terug gebeld. Of ik toch maar ‘even’ langs wilde komen, om erger te voorkomen. Maar natuurlijk. En zo werd er voor de zoveelste keer deze week in mijn arm geprikt om bloed af te nemen voor een onderzoekje. Na een uurtje wachten moest ik mij melden bij de longconsulente.
Weer een andere, zeg hoe groot is die harem daar eigenlijk? Mag ik even naar uw longen luisteren? Ja hoor doet u maar. Zo zo, nou nou… u piept wel he? Een beetje ja. Hm…. Getik op het toetsenbord van haar PC..mompelmompel… Waarom krijgt u geen Xolair? Dat weet ik niet, ik dacht dat het geen zin had in mijn geval. O? Nou dan wil ik toch even met de arts overleggen, hij is er wel maar heeft geen spreekuur. Ogenblikje, zo terug….

Tiktaktiktak…

Daar ben ik weer. De arts wil toch dat u een stootkuur prednison gaat gebruiken, ik schrijf even een receptje. Mijn luid protest nee-nee-dat-wil-ik-echt-niet-hoor, wordt weggewimpeld. Heus mevrouw, het móet nu even. Ja, dat ken ik! Zo gaat het al jaren: het móet iedere keer opnieuw en ik heb er geen zin meer in (ik ga nog net niet stampvoeten) Tegelijkertijd begrijp ik ook wel dat het anders drastisch uit de hand gaat lopen met die eigenwijze longen van mij...dus neem ik toch braaf het recept aan. De arts belt u zelf donderdag a.s. om met u door te nemen hoe we u verder gaan behandelen, dan zijn ook alle uitslagen er. Een blaastest om de ontstekingswaarden in de longen te bepalen volgt en daarna sta ik weer op de gang.

Inwendig mopperend duw ik nijdig mijn rollator voor me uit en ram een prullenbak in de hal. Stom, wie zet zo’n ding nou precies daar. Als ik er omheen manoeuvreer valt mijn oog op een tassenrek bij een cadeaushop. Volgens mij heb ik best een reden om even te neuzen ;-)
Een hartelijke dame, net iets te zongebruind, net iets te felle lippenstift, net iets te hoog getoupeerd kapsel zegt met een net iets te Rotterdams accent: “leuk tassie he? Mooie kleur, ken overal bij” Ze haalt een lentegroen exemplaar van het rek. “Kijk! Weetu wat nou zo leuk is? Hier van binnen zit ook nog een kluts. Hebbie d’r dubbel plezier van. Hahaha, jatoch, niettan?” Ik schiet in de lach. Een Kluts??? “Ja kijk, met zo’n kettinkie, klein tassie-je weet wel, handig toch”
Ik word ter plekke helemaal vrolijk van dat mens en van die tas. Doe mij die kluts dan maar….want de mijne ben ik allang kwijt...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten