vrijdag 26 augustus 2016

Broeierig!



Wat een hitte! Er broeit  van alles. Buiten, binnen, je ontkomt er niet aan. De thermometer in de tuin wijst achterlijk hoge temperaturen aan in de schaduw, ver boven de 30 graden. Ik wapper me een tennisarm, of in dit geval: een waaierpols, met mijn doe-het-zelf-airco uit Portugal. Intussen doe ik mijn best om niet chagrijnig te worden, of was ik dat al? Dit is nog maar weer eens het bewijs dat ik een heuse neppinda ben. Indisch koken kon ik al niet, maar ook tegen deze tropische temperaturen ben ik niet opgewassen. De huidige omstandigheden maken het er niet beter op.  Sterker nog: ik ben De Huidige Omstandigheden nu meer dan beu.  Het is iets van de laatste paar dagen, waarschijnlijk zijn het weer die zogenaamde laatste loodjes en deze hitte maakt het er niet beter op.  Niet alleen buiten broeit het, maar ook hier binnen en zelfs ook in mij.  Spinsels broeien in mijn hoofd. Gelaten zit ik drie tellen op mijn zorgbed en ver(broei)kas dan naar een stoel met kussen, om een paar minuten later toch de bank nog maar eens te proberen. Au! Te hard.  Pffff… wat een vermoeiende bezigheid is dit. Constant maar verplaatsen en uitproberen hoe ik het beste, zonder al te veel pijn, kan gaan zitten en dan het liefst langer dan een kwartier.  Kussentje erbij, weg met dat ding. Te hoog, te laag, te hard, te zacht. Staan dan maar, vermoeiend en gepaard gaand met een zeurende pijn die ik nog altijd wijt aan de zwaartekracht. Dan maar een stukje ijsberen van de keuken naar de woonkamer, of misschien toch maar even liggen om de spanning eraf te halen? Van liggen worden mijn longen niet vrolijk, zeker niet met deze luchten.  Ze piepen nog net niet, maar rechtop met dat lijf en diep doorademen is net even iets prettiger.  Ik hang en strompel, leun al mopperend op het aanrecht of over het traphekje op de gang.  Ik sta mij toe om er een hele dag een baaldag van te maken en scheld in mijn eentje op alles en iedereen. Wat kan het schelen, niemand hoort mij. Inmiddels heeft ons huis zich getransformeerd tot een ware steenoven. Alles zit potdicht omdat het geen zin heeft om iets open te zetten, er komt dan alleen maar hete lucht binnen. Steenoven, heteluchtoven…. Ik voel me hoe dan ook een pizza calzone, zo’n opgeblazen exemplaar. Gaar.


Mokken. Dat is het volgende couplet van mijn klaagzang. Boosheid voel ik niet echt, maar wel een onbehaaglijk gevoel van onmacht omdat ik mijn onafhankelijkheid een beetje kwijt ben. Ik baal daar van. Eén rondje om het huis wandelen gaat wel, twee red ik met moeite. Naar het winkelcentrum is nog te ver, ik haal de heenweg niet eens, laat staan daarna weer terug. Autorijden is nog altijd geen optie, dus als ik iets nodig heb kan ik dat niet eens zelf halen.  Hoe normaal was het voor mij om overal even snel naar toe te gaan, lopend, fietsend of met de auto. Om nog maar te zwijgen over dansen in Schiedam, Zeist, Apeldoorn, Deventer, or wherever…. peanuts! Ik realiseer me nu nog meer hoe bevoorrecht ik eigenlijk altijd ben geweest, door het op eigen gelegenheid te kunnen gaan en staan waar en wanneer ik maar wilde. Onafhankelijk zijn, hoe heerlijk! Ach…. Ik kan me nu nog veel meer indenken hoe mijn moeder zich gevoeld moet hebben in haar laatste dagen. Zoals ze zelf toen zei: Ik ben zo gewend om dingen zelf te doen en dan laat ineens mijn lijf het afweten… dat is zo frustrerend! Ik kan dat niet uitstaan!” Bovendien wist en voelde zij dat dat niet meer terug zou komen…..
Hoe tegenstrijdig is dan de gedachte die mij daardoor juist nu bekruipt: “Het komt allemaal wel weer goed!” Ineens heb ik geen zin meer in dit mokcouplet. Ik glimlach naar de foto van ma die vanuit haar lijstje toeziet hoe ik het hier op mijn manier toch weet te redden en beloof haar: “Ik ga wel door hoor. Na deze zomer ben ik klaar…” 

4 opmerkingen: