Ze is uit de
zon gestapt en zit nu in de schaduw. Even bijkomen. Ze puft en hapt naar adem,
benauwd, waarschijnlijk van al het vocht in haar zieke lijf. Onder het mom Ziek
zijn kun je overal zijn we voor een paar dagen vertrokken naar het
zuiden. Nee niets mediterraans, gewoon het zuiden van Nederland. Even een ander
behangetje zien en constateren hoe het gras bij de (zuider)buren veel
groener is dan waar ons eigen klokje tikt. De zon achter ons huisje werpt een schaduw over het gazon, waardoor de tuin nu als het ware in twee delen wordt gesplitst. Ik zit in de zonnige
helft en gluur stiekem naar haar vanonder de rand van mijn nieuwe zonnehoed,
die ik gisteren in Duitsland kocht. Wat is ze fragiel, het is alsof ik het nu
pas voor het eerst zie, of wil zien. Ze heeft geen fut meer. Ik weet dat ze enerzijds
graag is meegegaan, maar tegelijkertijd kost het haar anderzijds heel veel
energie, misschien wel te veel. Vanavond wil ze uit eten, in dat ene
restaurantje dat we vorig jaar toevallig hebben ontdekt. Het is hier vlak over
de grens, best te doen qua afstand, maar voor haar niet meer. Alles is haar
eigenlijk te veel. Deze week is ze niet één keer mee geweest, zelfs niet om een
ijsje te eten op haar favoriete terras. Ze is moe en heeft pijn, ze kan zich
moeilijk bewegen. Bovendien ziet ze erg slecht en is doof. “Er zit watten in
mijn hoofd” klaagt ze. Zouden daar uitzaaiingen zitten? We weten het niet, want
juist van haar hoofd is géén scan gemaakt. Maar ach, willen we het weten? Wat
schieten we er mee op? We proberen te dealen met de situatie die nu is.
Wie had ooit
kunnen denken dat we de afgelopen winter allebei vlak na elkaar dezelfde
diagnose zouden krijgen. Allebei kanker, zoiets bizars verzin je niet, dat
geloof je niet, dat wil je niet. Maar als het om je gezondheid gaat, heb je het
helaas niet altijd voor het zeggen. En daar zitten we dan, allebei beseffend dat dit waarschijnlijk
onze laatste keer samen zal zijn hier in dit huis en in deze omgeving. Ze is
kribbig, soms snauwt ze en ik begrijp dat het haar onmacht is, de frustratie
dat ze de controle verliest over haar leven. Maar naast dat begrip, vind ik het
soms ook best lastig en voor mij minstens zo confronterend als voor haar. En
ook ik ben dan kribbig en snauw net zo hard terug. Zo moeder, zo dochter.
Onmacht. Verzet. Zij is ziek, maar ik ook.
Mam, wil je
niet liever hier in de zon? “Nee” antwoordt ze zacht “laat mij hier maar even.
Lekker koel.” En ik laat haar. Breekbaar, kwetsbaar in de schaduw van haar
leven.
We blijven toch wel positief hé
BeantwoordenVerwijderenIk hoop dat de asperges wel gesmaakt hebben
lieve lieverds, wat mooi geschreven en ik zie het beeld voor me en snik....XX
BeantwoordenVerwijderenaan schrijftalent ontbreekt het je niet bo.
BeantwoordenVerwijderenmaar je staat aan de zijlijn bij je mams en kan niets voor haar doen. en zij ook niet voor jou.
het is inderdaad een hele bizarre situatie meis.
maar ik weet zeker, dat ze het erg op prijs heeft gesteld om toch nog met jullie naar arcen te kunnen gaan.
ik hoop dat jij het ook als een mooie herinnering bij je kan houden.
sterkte met alles en ik denk aan jullie.
dikke knuffel, gonda
Inderdaad weer zo mooi omschreven, alsof je er bij was, heel veel sterkte de komende tijd!
Verwijderen