zondag 18 februari 2018

Hoera een zusje!

Al een tijdje zit ik te bedenken  hoe ik mijn schrijven in een ander jasje kan steken. Ik was ooit begonnen om iedereen op de hoogte te houden over mijn gezondheid. Nu kabbelt het maar zo'n beetje voort en zoek ik een manier om andere schrijfsels te plaatsen. Ik moet alleen nog uitvogelen hoe dat dan op Blogger werkt. Volgens mij moet ik een andere topic aanmaken of zo. Maar goed, nu weet ik dat nog niet, dus moet het nog maar even onder mijn Krablog...



Wildbaan 28, Gorinchem



18 februari 1964

Ik werd wakker van de vertrouwde geluidjes die het matras maakte. Daardoor wist ik meteen Hee, ik lig in het bed van papa en mama! Niets was zo lekker om daar in te mogen liggen en te luisteren naar de geluidjes die de strootjes en de vering in het matras maakten zodra je maar even bewoog. Pling  – plong – pieuw... Ik vond het altijd heerlijk om er bij weg te soezen, maar dit keer werd ik er wakker van. Vertrouwd maar ook vreemd. Vreemd, omdat ik toch heel zeker wist dat ik die avond in mijn eigen bed was gestapt. Hoe kwam ik dan hier verzeild? En waar was iedereen? Het was donker, de deur was dicht. Onderaan, bij de drempel verlichtte een flauw streepje licht het kleine kamertje. Ik hoorde driftige voetstappen door de gang banjeren en ook stemmen. Droomde ik nou? Ik was te slaperig om me er verder in te verdiepen en probeerde me weer op de geluidjes uit het matras te focussen.

Plotseling werd ik opgeschrikt door een gekrijs. Wat was dat? Waar kwam dat vandaan?  Nu wist ik zeker dat ik niet droomde. Dit hoorde ik écht. Ik veerde overeind, zat recht op in het grote bed toen de deur uit het slot op een kiertje waaide. Nu kon ik de stemmen beter horen. Wie waren dat toch allemaal? Ineens herkende ik een mannenstem, dat was dokter Ton! Kon niet missen, die man zag ik zowat om de week voor mijn astma. Ik durfde zelfs al alleen naar hem toe op mijn fiets, als ik het benauwd had. Hij was altijd aardig, maakte grapjes en gaf mij een drankje voor de hoest. Zijn stem herkende ik uit duizenden. Maar, wat deed hij nu hier? Zou mama ziek zijn? Dat zou me niets verbazen, ze was de laatste tijd wel heel erg dik en moe. Ik vond het vervelend om haar te zien eten, uit angst dat ze zou ontploffen. Zou ze nu soms ontploft zijn?
Sssst.... daar hoorde ik ook een vrouwenstem, bovendien druk heen en weer geloop naar de badkamer. Weer dat gekrijs... Gekrijs? Ik luisterde nog eens goed... dat gekrijs was het huilen van een baby! Maar dan moest die vrouw haast wel tante Netty zijn, mama's vriendin, die hier op bezoek was met haar kleine zoontje. Maar, dat midden in de nacht??

Opeens ging de deur met een zwaai verder open en hoorde ik papa zeggen “Ach, ze is wakker!”. Hij kwam naar het grote bed en haalde mij er uit. “Kom” fluisterde hij opgetogen “kom maar kijken, de baby is er” 
-ja pap, dat weet ik heus wel-

Maar daar in de gang liep niet tante Netty. Nee het was een verpleegster, constateerde ik verbaasd. Het werd steeds gekker. We liepen naar mijn kamer en daar zag ik dokter Ton. Zie je wel... mama ziek! Daar lag ze.... ik durfde eerst niet te kijken. “Je hebt een zusje!” hoorde ik iemand zeggen. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Lag mama daar nou met een baby?

Nu was mij al lang beloofd dat ik een broertje zou krijgen. Zou dit dan....Robin?
Zusje werd in het wiegje gelegd en ik mocht haar aanraken. Wat was ze klein! En wat een dikke wangetjes! “Lief hè?” zei iemand.  Ik knikte en was nog even vertwijfeld, want... als dit mijn zusje was, kwam er dan ook nog een broertje? Nee, die kwam dus niet. Toen zei mama: “Jij mag kiezen hoe ze gaat heten. Wat denk je van Caddy? Of Ginny?” Ik hoefde er niet lang over na te denken “Doe maar Ginny”

Het was een rare nacht. Het bleef nog lang donker. Binnen brandde al het licht en de kachel loeide om ons eensteenshuisje te verwarmen, buiten was het winters koud en sneeuwde het dikke vlokken. Toen de ochtend echt aanbrak was, wilde ik ook wel thuis blijven bij mijn nieuwe zusje. Papa bleef immers ook thuis van zijn werk... Toch moest ik naar school. Natuurlijk vond ik dat niet leuk, maar toen ik een grote snoeptrommel (dat kon toen nog gewoon...) meekreeg om te trakteren vertrok ik maar wat graag.
Eerst heb ik in mijn eigen klas getrakteerd “pak maar hoor, iedereen mag er twee “ en vervolgens ben ik als Trotse Zus de klassen rondgegaan. De hele school heeft het geweten: Kijk haar! Zij heeft vannacht een babyzusje gekregen! 

Vanaf die dag werd alles anders. Vele avonturen volgden.
En ze leefden nog lang en gelukkig.
In ieder geval al ruim een halve eeuw vandaag ;-)