We zijn al jaren bijelkaar en noemen ons De Schrijfdames. Een klein, inmiddels hecht geworden, clubje van vijf en komen eens in de twee maanden bij elkaar. We schrijven verhalen, lezen ze op onze bijeenkomst aan elkaar voor en bespreken elkaars schrijfsels. Soms verzinnen we een opdracht voor de volgende keer en soms is het "gewoon" eigen werk, Waar gebeurd, verzonnen, een combinatie van die twee, wat je maar wilt. Waardevolle bijeenkomsten zijn het. Een bijzondere groepje. Zoeentje die ik koester. Zullen we voor onze decemberbijeenkomst allemaal een kerstverhaal schrijven? werd er de vorige keer gevraagd. Vol enthousiasme schieten mij dan al direct een aantal ideetjes te binnen, maar zoals altijd.... de dag voordat we bijelkaar komen bedenk ik me 's avonds ineens "Oh ja... ik moet nog wat schrijven" Zo ging dat ook deze keer, even snel.
Ik vond het best wel weer eens leuk om een stukje te schrijven met een kop en een staart en omdat het wel past in de lijn van mijn blogsels, plaats ik hem hieronder.
Collateral Damage
Er is werkelijk geen
moer te beleven op TV. Ik zap van kanaal naar kanaal en zie dan een
aankondiging dat na de reclame een film begint Collateral Damage. Met een
glimlach denk ik terug aan de periode toen ik in het ziekenhuis lag te
herstellen van de operatie waarbij een stoma bij me is aangelegd. Ik lag op een
soort verzamelzaal waar patiënten met verschillende aandoeningen af- en
aangevoerd werden. Zo werd tegenover mij een spontane jongeman met bed en al binnengereden, ik schatte hem half
in de twintig. Ontbloot bovenlijf, bezaaid met tatoeëringen. Hoe kon ik dit nou
ontwijken? Hij zag dat, tilde zijn arm omhoog en grijnsde “Niet helemaal goed
gegaan” Een vurige rooddoorlopen brede baan ontsierde de sleeve op zijn gespierde arm.
Wauw! schrok ik. “De tatoeagenaald was niet helemaal schoon. Beetje
ontstoken.” verklaarde mijn overbuurman. “Ik ben Rob. En jij? Waarvoor lig jij
hier? Wat hebbie?”
Kanker, flapte ik uit. Of nou ja… dat heb ik wel, maar eigenlijk ben ik hier omdat er een stoma is aangelegd. Dat moest eerst gebeuren, anders kan ik niet verder behandeld worden. Hierna word ik pas bestraald en krijg ik chemo en pas daarna kan ik geopereerd worden om de tumor weg te halen.
“Zo lekker dan! Dus je hebt collateral damage. Nou, ben je mooi klaar mee zeg!”
Collateral damage. Hoe verzon –ie het en met een glimlach dacht ik terug aan de kerst ervoor…
Kanker, flapte ik uit. Of nou ja… dat heb ik wel, maar eigenlijk ben ik hier omdat er een stoma is aangelegd. Dat moest eerst gebeuren, anders kan ik niet verder behandeld worden. Hierna word ik pas bestraald en krijg ik chemo en pas daarna kan ik geopereerd worden om de tumor weg te halen.
“Zo lekker dan! Dus je hebt collateral damage. Nou, ben je mooi klaar mee zeg!”
Collateral damage. Hoe verzon –ie het en met een glimlach dacht ik terug aan de kerst ervoor…
De decembermaand is
voor Don altijd heel hectisch, met name in de winkel waar hij werkt. De
feestdagen brengen extra koopavonden en koopzondagen met zich mee. Tegen de
tijd dat het kerst is, heeft hij het meestal wel gehad en zou niets liever dan
met de kerstdagen zelf lekker rustig aan doen. Gewoon samen thuis, niets
bijzonders. Maar als je alle commercials en de overvloedige winkelmandjes om je
heen rond de kerstdagen ziet, vraag je je af of dat nog wel kan niets bijzonders. Bovendien lijkt
iedereen het sneu te vinden als we samen op de bank hangen. Nee, dat kan met
kerst dus écht niet! Toch waren we dat met kerst heus van plan. Totdat vrienden van ons,
ook met z’n tweetjes en ook van plan om niets bijzonders te doen ons op het
laatste moment belden. “Zeg… zullen we anders met z’n viertjes niets bijzonders? Leggen we gewoon bij
elkaar wat we in huis hebben…” We zwichtten. Is goed, stemde ik in, kom maar
naar ons. Ik ga alleen niet koken hoor, maar laten we gewoon het gourmetstel op
tafel zetten, lekker simpel ieder kookt voor zich. Zo gezegd, zo gedaan en zo stonden
we op eerste kerstdag in onze keuken alles wat ons geschikt leek in mootjes te
hakken. De een stak de openhaard aan en de ander dekte de tafel. “Bo, waar is
je gourmetstel?” In de gangkast, wilde
ik zeggen, maar op het moment dat ik mijn mond opende, keek ik Don met grote
verschrikte ogen aan. Stilte. Ik veranderde mijn tekst in een langgerekt
“Ooooooo mijn God!” Drie verbaasde gezichten in mijn richting. Eehhmmm…. Ik was
het helemaal vergeten, het schiet me nu ineens te binnen…Ehm…ik heb dat ding
vorig jaar weggedaan! Daar komt ze nu
mee! klonk het verwijtend in koor om me heen.
Wacht even, laat me nadenken… Ik kreeg een heldere ingeving, we hadden nog ergens een grilplaat. Geen probleem, da’s bijna hetzelfde! Na enig zoeken kwam ik met een grote doos aandragen. Kijk, nog helemaal nieuw! Ja maar, volgens mij…. begon een van onze vrienden aarzelend, kijk die afbeelding… volgens mij gaat dat helemaal niet! Tuurlijk wel, zei ik terwijl ik de inhoud uit de verpakking trok. Vervolgens staarden we alle vier naar een elektrische gril. Niks plaat, maar een rechthoekige metalen bak met een spiraalvormig warmte element op de bodem en daarboven een rooster. Dat was het, meer niet. Hoezo gourmetten? De mannen werden al lacherig, maar ik niet. Laat me nou even nadenken jongens….
Ingeving twee volgde, ik laat me nooit zo gauw uit het veld slaan. Ooit had ik van mijn buurman een mega grote paella pan gekregen. Het was even zoeken, maar even later: taddaaaa! Kijk, die leggen we gewoon op dat rooster. Voila… een supermooie ronde bakplaat was geboren. Het ding besloeg weliswaar zowat de halve tafel, maar dat was eigenlijk best handig. En zo zaten we niet lang daarna gezellig met z’n viertjes te tafelen.
Wacht even, laat me nadenken… Ik kreeg een heldere ingeving, we hadden nog ergens een grilplaat. Geen probleem, da’s bijna hetzelfde! Na enig zoeken kwam ik met een grote doos aandragen. Kijk, nog helemaal nieuw! Ja maar, volgens mij…. begon een van onze vrienden aarzelend, kijk die afbeelding… volgens mij gaat dat helemaal niet! Tuurlijk wel, zei ik terwijl ik de inhoud uit de verpakking trok. Vervolgens staarden we alle vier naar een elektrische gril. Niks plaat, maar een rechthoekige metalen bak met een spiraalvormig warmte element op de bodem en daarboven een rooster. Dat was het, meer niet. Hoezo gourmetten? De mannen werden al lacherig, maar ik niet. Laat me nou even nadenken jongens….
Ingeving twee volgde, ik laat me nooit zo gauw uit het veld slaan. Ooit had ik van mijn buurman een mega grote paella pan gekregen. Het was even zoeken, maar even later: taddaaaa! Kijk, die leggen we gewoon op dat rooster. Voila… een supermooie ronde bakplaat was geboren. Het ding besloeg weliswaar zowat de halve tafel, maar dat was eigenlijk best handig. En zo zaten we niet lang daarna gezellig met z’n viertjes te tafelen.
Als je je zo focust op
het kokkerellen, heb je niet direct aandacht voor de rest om je heen. Totdat een
van ons opmerkte “Zo hee… kijk nou hoe mistig het is geworden!” Nu pas viel het
ons allemaal op. Wow, wat rokerig. En ook zo warm ineens. Doe maar geen blok
meer op de haard, zei ik. Pfff… zelfs mijn benen gloeien, voelen jullie dat
ook? Ja, de anderen voelden dat ook. Laten we de tafel maar afruimen, we zijn
toch klaar nu. Dan kunnen we daarna op ons gemak nog wat ijs eten, stelde ik
voor. Misschien de balkondeur even open om de boel een beetje door te laten
waaien? Het volgende moment was als in een film. Terwijl eentje met de paella
pan richting keuken verdween, tilde een ander de gril van tafel gevolgd door
een luide kreet. Oooohhhhh…. Nee! Kom! Kijk! Wat is dit nu?! Resten zwart
tafelkleed kleefden aan de onderkant van de gril. Zwart? Wat nou zwart, het
kleed was toch rood? Een groot brandgat, dat was het. In één ruk trok ik de
rest van het kleed van tafel en een paar secondes stonden we alle vier
sprakeloos met grote ogen naar de plek te kijken waar de gril had gestaan. Het
was alsof daar een meteoriet was ingeslagen. Een groot brandgat dwars door de
tafel omlijst door een smeulende zwarte roetrand. In een reflex liep degene met
de gril waar flarden tafellaken aanhingen de gang op om het ding daar zo lang
naast de trap te parkeren. Een ander wilde de deur opendoen, struikelde over
een reep tafelkleed en vervolgens donderde daardoor de gril met een luid kabaal
de trap af. We keken ‘m verbijsterd na. In salto’s beschadigde de metalen
punten van de gril de bekleding van meerdere traptredes en liet uiteindelijk
beneden aangekomen als klap op de vuurpijl ook nog eens een winkelhaak in de Novilon
vloerbedekking achter. Onze begeleidende Oh’s en Ah’s waren hierbij niet van de
lucht, daarna volgde een korte stilte en toen schoten we alle vier in een
lachstuip.
Het was een zwarte kerst. Alles was zwart geblakerd, zelfs de hele onderkant van de tafel. We mochten van geluk spreken dat we “op tijd” gestopt waren, als we door waren gegaan had het ding zich smeulend en al op onze schoten gestort.
Het was een zwarte kerst. Alles was zwart geblakerd, zelfs de hele onderkant van de tafel. We mochten van geluk spreken dat we “op tijd” gestopt waren, als we door waren gegaan had het ding zich smeulend en al op onze schoten gestort.
Daags na de kerst
belde ik met onze verzekeringsagent. Ik vertelde wat er was gebeurd. De dame
aan de andere kant van de lijn had duidelijk moeite om haar lach in te houden
en verontschuldigde zich daarvoor. Het spijt me van uw zwarte kerst, maar het
is eigenlijk ook wel een beetje komisch… Ze vroeg naar de schade, die ik prompt
opsomde. Vervolgens kreeg ik te horen dat de tafel, het tafelkleed en de gril
werden vergoed. De beschadigde bekleding van de trap en die aan het Novilon
niet. Want, zo werd mij verklaard, “Dat is collateral damage en daar kunnen wij
niets mee”.
Dit jaar met kerst
zitten Don en ik écht samen op de bank, hopend dat –ie wit is. We doen niets
bijzonders en houden het simpel. We zijn blij dat we het jaar doorgekomen zijn.
En gek genoeg ben ik blij met mijn ‘personal collateral damage’, ik kan daar
wél wat mee. Zonder stoma had ik immers niet behandeld kunnen worden en ben ik
er nog. Dus kerst… kom maar op!
Schrijfdamesverhaal: Collateral Damage, door Bonnie
Groenewout – december 2016